Countdown to Doomsday

woensdag 1 april 2009

En toen was het al weer zondag. Tegen 10 uur kwam ik mijn kist uitgerold, wenste Henk een goede morgen, waarna hij op zijn eigen manier zijn dank liet blijken, werkte de stukkies fruit naarbinnen en maakte met een driedubbele fliffus met geintegreerde barani en halve draai aan het einde mijn intrede in het zwembad. (voor details omtrent deze sprong mag ik jullie adviseren contact op te nemen met mijn goede vriend Roel) Met een zware nacht achter de rug en voor de boeg duurde het niet lang tot ik op de schuimrubberen buizen in slaap viel met het water kabbelend om mijn voetjes.
Het resultaat moge bekend zijn. Nog roder dan de kreeft op oma's bord gisteren kwam ik het water uit. Tot mijn horror ontdekte ik een witte plek op mijn gezicht te hebben in de vorm van m'n zonnebril. Ze vragen zich in het hotel nog steeds af waar ik geskied heb, maar dat is hun zorg. Mocht je behang nodig hebben, dan kan je dit van mijn neus of rug scheuren. Helaas enkel in het rood. Op het vliegveld konden we na 5(!) controles wachten bij de gate naast welke ik een koude douche neem in een douchecabine in de plee. Dit om het welig knetterende vuur op mijn rug te blussen. Het verdere wachten bij de gate ging ongeveer zo:

*......
......
......
......*

Deze, zojuist tot ons gekomen, rust genietend, wandelen we naar onze plek in het vliegtuig waar ik de rest van de vlucht optrek met Isabella uit Oostenrijk. Gezellige meid die 2 dagen eerder besloten had naar zandbakland te gaan.
Eenmaal aangekomen in Darwin was het eerste dat ik deed een bushhat halen.
Het 2e iets eten en het 3e op zoek gaan naar jongeren. In mijn derde taak faalde ik jammerlijk dus ging ik maar een krantje lezen. Eenmaal aangekomen in Melbourne wachtte op ons; Heinz. Heinz zou ons naar een slaapplaats brengen en de volgende dag de auto afgooien. Er waren enkel nog wat probleempjes met de auto. Iets met schietstoelen ofzo.
Uiteindelijk aangekomen in Melbourne, de volgende dag, wachtte Ans ons op met een groot bord kip met rijst. Goh ik zou het bijna gaan missen.

Apenstreken

Na het gelukkige weerzien met Henk, de volgende ochtend, strompelde ik zo goed en kwaad als ging naar het restaurant voor een ontbijtje. Dit bestond voor de verandering een keer niet uit sambal met rijst en kip, maar een toastje met ei, een bakkie pleur en een paar stukjes fruit. Terwijl ik deze geestverruimende maaltijd efkes liet zakken dook in vol overgave het zwembad in om Wayan niet op te zadelen met mijn puberale luchtjes in de al zo hete auto. Die gaten in de vloer ventileren toch niet zo goed als gehoopt. Wayan bracht ons naar een tempel in een vijver in de bergen, een tempel op een grote kei in zee en een tempel op een klif aan zee waar een stel apen onze onvrijwillige brillendonatie al met smart op zaten te wachten. In de laatstgenoemde tempel zouden we ook de 'Kecak' (vuurdans) aanschouwen. Tijdens onze wandeling door de tempel, richting het openluchttheater hoorden we om de haverklap een gil, gekleed in ware doodsangst, vanuit de mensenmenigte. Dit bracht doorgaans een leuk tafereel met zich mee. De gil kwam van de naieveling die iets (bril/pet/etc) op zijn hoofd had laten zitten en er vol afgrijzen achterkwam dat hij zojuist door een aap was bestolen. De aap zou de bril in een aantal stukken breken, weggooien en hetzelfde geintje bij een ander proberen. Als je een beetje geluk hebt in de vorm van een zakje pinda's, kon je die omhooggooien waarop de aap de bril los zou laten en in plaats daarvan het zakje pinda's verorberde. De vuurdans was iets waanzinnig moois wat ik niet kan en dus ook niet ga beschrijven. Voor meer details kun je de foto's aanschouwen. De rest van de dag was onnoemenswaardig oninteressant dus ik zal mijn mooie praatjes bewaren voor mijn volgende kletsverhaal.