Countdown to Doomsday

zaterdag 6 juni 2009

How do you "Doo"?

Eindelijk, na drie dagen kunnen wij Big Daddy, onze auto, gewapend met een glimende dieselpomp, nieuwe olie en een gerepareerde stuurkolom weer in ontvangst nemen. Subiet beginnen wij al het zojuist verkregen te testen. Ivanhoe crossing dus maar. De machtige Ord River die langs Kununurra loopt en enige obstakels, waaronder de Diversion Dam, overwint, giert hier onmenselijk hard overheen, wat het hele gebeuren tot één van de gevaarlijkste crossings in Australië maakt. Perfect voor onze zojuist gerepareerde auto, maar helaas zit het ons weer niet mee. Het hele zooitje is gesloten vanwege het hoge waterpeil. Bij vertrek voel ik de treurige ogen van de talloze zoutwatercrocs in mijn rug prikken. Geen eten vandaag.
Teleurgesteld begeven we ons dan maar naar Zebra Rock Gallery waar ze de mooiste zebra stenen verkopen. Wit-rood, wit-zwart, geel-zwartje kunt het zo gek niet verzinnen. In piramides, ballen, krokodilletjes, uilen en ander pluimvee. Om het simpel te houden en omdat ik niet steenrijk ben neem ik enkel twee steenvormige stenen mee. Al is het maar om de douane te foppen.
Als ultieme test besluiten we een klein stukje verder te tuffen naar Wyndham, een kleine 100 kilometer verderop, om op een berg naar beneden te staren naar waar je een half uur geleden ook al was. In de supermarkt delen we de al zo schaarse ruimte met de andere vijf inwoners van Wyndham, die toevallig alle vijf besloten hadden ook op dat moment koekjes in te slaan. Gewapend met twee pakken koekjes hobbelen we verder naar de beroemde Emma Gorge. Twee kilometer klauteren over de meest onmogelijk gevormde rotsen, vijvertjes en heuvels brengt je naar een prachtige, echt waanzinnig mooie waterval met een fikse poel. Bezweet, dorstig en verlangend naar een koekje, duik ik in het heerlijk koele water. Afgekoeld, zonder dorst, maar nog steeds verlangend naar een koekje kleed ik me aan en realiseer me dat ik het hele takkeeind ook weer terug moet.
Gauw springen we in de gekoelde auto in de veronderstelling dat deze ons veilig en wel weer naar onze tentjes zou brengen. Foute veronderstelling, want al bij het eerste bochtje kreeg Big D. kuren. Door de hele auto heen werden de vreemdste geluiden gestoten, die nog het meeste weghadden van het leegschudden van een zak grind in een glasbak bij het dansen van de CanCan. Evengauw als dat het geluid zichzelf introduceerde, verdween het weer terwijl het grind in onze hoofden overuren draaide over wat het nou zou kunnen zijn.
Uiteindelijk komen we rond vier uur 's middags weer aan op de camping waar ik weer hartelijk welkom was in de praatgroep. Diezelfde avond vierden we een klein afscheidsfeestje, want ja, je moet toch een reden bedenken voor een feestje en dit kwam erg mooi uit. Voor de lol haalde ik mijn didgeridooo tevoorschijn om een stukje te spelen. Natuurlijk wilde iedereen het eens proberen en na mijn deskundige uitleg zat binnen de kortste keren iedereen buiten adem bij te komen. De Japanner Kazue kwam ook een kijkje nemen en ook hij wilde een stukkie spelen. Dat deed hij en op zo'n manier dat de aboriginal ouderen er van zouden blozen. Twee minuten later had ook hij zijn didgeridoo tevoorschijn gehaald en zaten we beiden te toeteren, begeleid door Jörg met zijn gitaar. Dizzy word ik de volgende dag wakker. Geheel verbaasd hoor ik de vrouw van de campingmanager mijn naam roepen zodra ik mijn neus buiten mijn tent stak. Naar haar mening was ik een vervelende eikel die al een week lang overal lege flessen neergooide, overlast veroorzaakte en bovenal had ik een didgeridoo en aangezien ik er op kon spelen was het mijn schuld dat mensen de dag ervoor niet hadden kunnen slapen. Maar ik was niet de enige, de rest werd ook van de camping gestuurd. Nou zouden we toch al vertrekken, maar het gaat om het idee. Op de dag van ons vertrek stak het mysterieuze gerammel de kop weer op, wat ons deed besluiten eerst even bij de garage langs te gaan. Vol hoge verwachtingen dat het enkel een steentje of losse bout was wachten wij twee uur lang op de het goede nieuws, maar helaas moest Dr. Diesel ons mededelen dat Big D. niet meer te redden was. Er schijnt een dikke vette scheur in het chassis te zitten en dat is niet bepaald bevorderlijk voor de veiligheid.
Het verdere relaas van de reparatie van de auto is jullie allen al bekend dus zal ik mij weer richten op de feiten. Één daarvan is dat we op een andere camping een cabin huurden voor 4 nachten tot de auto gereänimeerd zou zijn en we onze tocht kunnen voortzetten. De tocht richting het volgende gat, Katherine.
In Katherine hadden we de tentjes al opgezet voor ons lichaam überhaupt eraan gedacht had te gaan zweten. Gewapend met een koud biertje laten wij ons als mislukte plumpuddinkjes in de stoeltjes vallen wat mijn al zo afgeragde stoeltje fataal werd. Na twee maanden lang de temperatuur permanent boven de 30 mee te hebben gemaakt vertrouwden wij wel op onze intuïtie dat dat nog wel een dagje langer zou duren. Goed gegokt.
Wij worstelen ons door de talloze schappen van de Woolworth om de basisingrediënten van spaghetti in te slaan. Op mijn, in gedachten gemaakte, lijstje stond niet rotte ui en paprika, desalniettemin kwam ik hiermee wel terug. Woolworths, the fresh food people because you are!! Sure...
Ik speel in een pitoresk souvenirwinkeltje nog op een didgeridoo die twee keer zo lang was als de auto, maar daarmee was onze dag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten